4 ovale flammkuchen (diepvries), ontdooid
8 el room
4-5 fris-zoete handappels
200 ml appelcider
20 g boter, gesmolten
5 el fijne kristalsuiker
75 g mascarpone
50 ml slagroom
1 tl vanillepasta
1 tl kaneel
Bestrijk de flammkuchen met de room en leg ze op een bakplaat bekleed met bakpapier. Snijd de appels vlak langs het klokhuis door. Doe de klokhuizen in een pan en schenk de cider erbij. Breng aan de kook en laat inkoken tot een paar eetlepels. Zeef en zet apart.
Snijd de stukken appel met een mandoline in dunne plakken en leg dakpansgewijs op de flammkuchen. Bestrijk met de boter en bestrooi met 4 eetlepels suiker. Zet circa 12 minuten in een oven van 200ºC.
Klop de mascarpone met slagroom, vanillepasta, kaneel en de resterende suiker tot een zachte crème. Bestrijk de appel met het ingekookte cidervocht en serveer met de mascarponecrème.